Naast de dialoogmethode van Prof. Siegfried Vögele worden de 7 beïnvloedingsprincipes van Robert Cialdini bij neuro-copywriting gebruikt. Hieronder vind je in het kort de belangrijkste neuro-copywriting technieken:
1. Emotionele triggers
Met emtionele triggers speel je in op de basismotivatoren: angst, hebzucht, ontplooiing en status. Daarnaast roept de tekst herkenning op en creëert deze een Fear of Missing Out (FOMO).
2. Sociale bewijskracht
Hieronder vallen testimonials van tevreden klanten, reviews en beoordelingen, cijfers en statistieken, keurmerken en certificeringen en logo’s van bekende klanten.
3. Autoriteit tonen
Via de tekst onderbouw je jouw wxpertise onderbouwen met feiten en demonstreer je specifieke kennis.
4. Schaarste en urgentie
Schaarste creëer je met tijdelijke aanbiedingen, beperkte beschikbaarheid, het benadrukken van deadlines en het aantonen van niet-overgaan van het gebruik van een call-to-action.
5. Wederkerigheid
Door kennis te delen zonder tegenprestatie te verwachten, bouw je aan vertrouwen en loyaliteit bij jouw potentiële klanten.
6. Commitment & consistentie
Kleine ja’s in een tekst leiden naar grote ja: het doel van de webpagina. Dat doe je door middel micro-conversies inbouwen.
7. Framing
Dit betekent een positieve formulering van voordelen, het aantonen van het contrast tussen probleem en oplossing en voor/na scenario’s schetsen. Via de tekst benadruk je het vermijden van een verlies (geld, klanten, kansen).
8. Cognitieve voorkeuren
Door actieve werkwoorden te gebruiken, concrete voorbeelden te geven of visuele informatie toe te voegen en getallen en specifieke details te noemen zorg je ervoor dat de lezer zich beter kan identificeren met het probleem en de oplossing.
9. Psychologische triggers.
Denk aan: nieuwsgierigheid prikkelen, opluchting bieden, vertrouwen wekken en status verhogen.
10. Leesgemak optimaliseren
Dat doe je door scanbare teksten aan te bieden met korte alinea’s, opsommingen/lijstjes, visuele ondersteuning een aanvullende informatie aan te bieden.